. Het aantal gebruikers en dus liefhebbers van bubbelwijnen is groter dan ooit tevoren. Dat blijkt uit de marktcijfers die ik vorige maand in dit magazine publiceerde. In een paar jaar tijd kwamen er zo’n driehonderdduizend(!) nieuwe kopers van mousserende wijnen bij, met name van Prosecco. Schuimwijn is niet meer exclusief noch elitair en evenmin een luxeproduct. In supermarkten kun je voor circa vijf euro een goede Prosecco kopen en onder de tien euro bijvoorbeeld een lekkere Crémant de Bourgogne. Het wordt daarom tijd om de discriminatieaccijns te beëindigen. Want wat is het geval. Wijnen mét belletjes worden veel zwaarder belast dan wijnen zónder. Voor een gewone stille wijn moet per hectoliter €70,56 worden betaald. Maar voor mousserende wijn stijgt dat tarief naar €240,58. Dat is meer dan drie keer zoveel. En volstrekt onterecht. Waarom moet het genieten van bubbelwijn wettelijk worden bestraft?  De regel dateert natuurlijk van generaties geleden, toen vrijwel de enige sprankelwijn Champagne was.  En toen de staat luxe extra wilde belasten, waarschijnlijk omdat Champagne destijds door de alleen zeer welgestelden werd genuttigd.  Maar die tijd is voorbij. Bubbelwijnen zijn volstrekt gedemocratiseerd – en dus moet die luxe belasting te worden geschrapt. Discrimineren van een grote, zelfs groeiende groep wijngebruikers is niet van deze tijd – en misschien zelfs strijdig met bepaalde rechten van de consument. Op de virtuele barricaden dus. Mail ook jouw protest naar je politieke partij (want is het regeringszaak), naar opiniemakers, naar het Productschap Wijn (pw@wijninfo.nl) en/of naar de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren (info@kvnw.nl). Want bubbels mogen niet extra worden belast.

 

. Het had net zo goed Zuid-Duitsland of Oostenrijk kunnen zijn, maar uiteindelijk kozen ze voor Griekenland. Want daar troffen ze een combinatie van uitstekende natuurlijke omstandigheden en financieel voordeel. Zo begon vijf jaar geleden het wijnavontuur van Laurens Hartman en diens vrouw Annette van Kampen. In het uiterste noordwesten van het land waar, toevallig of juist niet, de grootvader van Laurens had gewoond kochten ze zeven percelen wijngrond, samen 4,5 hectare bestrijkend. Het klimaat van deze regio, Amyndeon, is het koelste van alle Griekse wijngebieden. De winters zijn echt koud, met ook sneeuw, en als het in augustus overdag 35 graden wordt, koelt het ‘s nachts af tot een graad of 20 – wat de aromavorming in de druiven sterk bevordert. De blauwe variëteit die Laurens (1964, foto) er aantrof, was voornamelijk de xinomavro, letterlijk ‘zure zwarte’.  Er werden echter oninteressante wijnen van vervaardigd, allesbehalve donker van kleur. Dat had enerzijds te maken met verkeerde klonen, anderzijds met een te hoge opbrengst per hectare. De nieuwe eigenaren, die hun domein Karanika doopten, gingen er dus toe over om op oude stokken (veelal honderd jaar geleden geplant) nieuwe, betere versies van xinomavro te enten. Tegelijk werd een veel strengere snoeiwijze werd toegepast teneinde de hoeveelheid trossen per stok te beperken. Bovendien gingen nieuwe rassen de grond in, zoals cabernet sauvignon en de witte assyrtiko. Last but not least bouwden Laurens en Annette een drie etages tellende zwaartekrachtkelder. Eind 2009 lanceerden ze hun eerste wijnen. ‘Omdat de xinomavro wat body mist’, zo stelt Laurens (hij maakt de wijn en studeerde daar ook voor, Annette verzorgt de druiventeelt), werd voor de Terra Levea Xinomavro/Cabernet 2008 de helft cabernet sauvignon toegevoegd. En dat deel werd een jaar in Franse fusten gelagerd. Het resultaat is een vrij energieke rode wijn met besfruit, wat kruidigheid, specerijen, beheerste houttonen, het enigszins aardse aroma van de xinomavro en de voor zijn streek zo kenmerkende frisse zuren. Ongetwijfeld is het à €9,95 een beste begeleider van gekruid lamsvlees en grillgerechten. Meer concentratie, diepgang en lengte biedt de Terra Levea Unfiltered 2007, een eveneens karaktervolle combinatie van xinomavro, syrah en merlot. Flesprijs €13,50. Vanwege al hun investeringen moeten Laurens en Annette ‘vaak boterhammen met pindakaas eten’ maar gezien de kwaliteit van hun eerste wijnen gaat de huishoudpot ongetwijfeld groeien. Te koop bij o.a. www.chabrol.nl en www.grieksewijnen.com.

 

. Frankrijks enige wijngebied met een Kuifje-connectie is Cheverny, in het dal van de Loire. Want toen striptekenaar Hergé een toeristische brochure zag waarop het Château de Cheverny  werd afgebeeld, gebruikte hij dat als model voor het door Kuifje vaak bezochte kasteel Molensloot (vertaling van Moulinsart). Alleen beide hoektorens van het zeer symmetrische, uit 1634 daterende bouwwerk kwamen te vervallen. Het is vooral vanwege zijn kasteel, dat een rijk gedecoreerd interieur heeft en ook talrijke jachtsymbolen, dat Cheverny bezoekers trekt. Want van de regionale wijnen heeft men vaak geen weet. Binnen de zeer uitgestrekte Loire-vallei, die een kleine 90 herkomstbenamingen telt en ruim 50.000 hectare wijngaarden, behoort Cheverny tot de kleinste en dus onbekendste gebieden. Zo telt de hele streek minder dan 600 hectare – bijna 2000 minder dan bijvoorbeeld Sancerre. In 1993 ontving Cheverny zijn eigen appellation contrôlée, waarna de wijnen in allerlei gidsen en tijdschriften meer aandacht kregen dan ooit tevoren. Tegelijk steeg de wijnkwaliteit en nam het met druivenstokken beplante areaal nam met enkele tientallen hectaren toe. De ongeveer waaiervormige, zuidelijk van Blois gesitueerde regio heeft als specialiteit witte wijnen. Deze vormen ruim de helft van de productie. De belangrijkste variëteit is sauvignon blanc. Volgens de wet behoort deze in witte Cheverny dominerend aanwezig te zijn. Een drietal andere rassen, waaronder chardonnay, kunnen completerend worden gebruikt. De stokken staan op doorgaans vlak terrein waarin drie grondsoorten aanwezig kunnen zijn: kalksteen uit Beauce, zand uit Sologne en/of alluviale afzettingen van de nabije Loire. Omdat de sauvignon met een of meer andere druiven mag worden aangevuld, ontstaan droge witte wijnen die eigenlijk wat extra’s hebben ten overstaan van pure sauvignonwijnen – waarvan het Loire-dal er heel wat kent. Een smakelijk voorbeeld is de Cheverny blanc Les Hauts de Léry 2009 van Pascal Bellier, die met circa 40 hectare een der grotere bezittingen van het gebied drijft. Een domein bovendien die nogal wat wijnbekroningen binnenhaalde en milieuvriendelijk wordt bewerkt, volgens de Terra Vitis normen. De wijn heeft een opwekkende, knisperende frisheid, gras en buxus in zijn geur en zowel asperges als grassigheid en groen fruit in zijn loepzuivere, lenteachtige smaak. Lekker als aperitief op een mooie dag en natuurlijk bij veel visgerechten, om maar te zwijgen van fruits de mer, Franse geitenkazen en, zolang ze er zijn, asperges. Prijs €6,99 – wat minder is dan vergelijkbare wijnen die van dezelfde producent elders worden aangeboden. Ook plezierig bij zomerse temperaturen smaakt de Cheverny rosé Les Hauts de Léry 2009, een vieve, elegante, fris gestijlde wijn met wat rood fruit en een vleugje mandarijn. Prijs eveneens €6,99. Bij Dirck III, zie www.dirckiii.nl.

. Orléans, we blijven nog even in het Loire-dal, is bekender vanwege zijn heldin Jeanne d’Arc, zijn gotische kathedraal die twee tachtig meter hoge torens heeft, zijn voortreffelijke Musée des Beaux-Arts en zijn bloemenpark waar momenteel 25.000 irissen bloeien dan vanwege zijn wijn. Toch vindt wijnbouw rond deze stad, de noordelijkste langs de Loire, al sinds de zesde eeuw volop plaats. Onder Karel de Grote werd er een wijngaard gecreëerd, Frans I gaf opdracht om een deel van het bos van Orléans te rooien voor een druivenakker en op een toren van de Georges V brug vind je een druifmotief. Van de ooit belangrijke wijnproductie – er werd vooral veel geleverd aan het nabij Parijs, waar men de rode wijnen soms vergeleek met die van Beaune – resteert weinig meer. De hele herkomstbenaming Orléans omvat slechts zo’n 90 hectare. Wel geldt: klein is fijn. Dat blijkt op Clos Saint-Fiacre, gelegen de doorgaande weg in Mareau-aux-Prés, een dorp op de zuidoever. Voor het eerst bezocht ik dit dertig jaar geleden (als eerste Nederlander ooit, zei mijn gastheer) en vond de wijnen toen al heel lekker, de beste zelfs van het hele gebiedje. Die kwalificatie verdienen ze nog steeds. De door Hubert Piel (op de foto), diens vrouw Bénédicte (wiens familie het domein begon) en hun oom Jacky Montigny geleide bezitting bestrijkt 20 hectare die met respect voor de natuur worden gecultiveerd. Er groeit dus ook onkruid tussen de druivenstokken ‘om de wortels dieper te doen groeien en de planten minder vigoreus’. De opbrengst per hectare blijft beperkt tot een zeer redelijke 45 hectoliter. Bij de wijnbereiding worden doordachte technieken gehanteerd, waaronder een koude schilweking, met als doel een optimaal aroma te verkrijgen. Alle facetten samen geven kostelijke wijnen. De witte Clos Saint-Fiacre 2009, vervaardigd van alleen chardonnay, geeft een sappige, door fris citrusfruit met ook hints van appel en peer getypeerde smaak die behalve een vleugje kruidigheid een hint heeft van mineraligheid, een beetje à la Chablis. Minstens zoveel genoegen geeft de rode Clos Saint-Fiacre 2008, een koel te schenken compositie van voornamelijk pinot meunier (bekend uit de Champagne) met een vijfde pinot noir. In deze Orléans proeven we veel sappig fruit van rode vruchtjes en bessen, aangevuld door subtiele schakeringen van kruiden en specerijen. Hij kost €8,50, net als de witte. Puur plezier – wat wil een mens nog meer? Te koop bij www.bolomey.nl.

 

De wijnhandelaar die deze maand zijn favoriete wijn-spijscombinatie onthult, is Kees Aanen. Per 1 maart 2010 begon hij als bedrijfsleider bij Wijnhandel van Krimpen, na drie jaar gewerkt te hebben bij Henri Bloem. Van Krimpen is een sfeervolle, rijk geassorteerde winkel in de Amsterdamse Pijp. Kees heeft ook gewerkt in de horeca en werd daar gegrepen door de wijn. Waarna hij o.a. de opleiding voor vinoloog heeft gevolgd. Zijn hobby’s naast de wijn zijn voetbal (bij FC Breukelen), snowboarden en reizen, vooral in Italië – waar hij zelfs met zijn Susanne is getrouwd. Vandaar dat de nummer één wijn-spijscombinatie van Kees een sterk Italiaanse inslag heeft. Mijn culinaire combinatie is de Chianti Classico van Villa Trasqua met de pizza tartuffi con coppa di Parma, zoals die bereid wordt door Da Portare Via. Dat is een houtoven pizzeria bij mij om de hoek en in de Copernicusstraat, Watergraafsmeer (die daar geleid wordt door  ex-Van Krimpen bedrijfsleider Ralph Dassen). De pizza bevat o.a. mascarpone, zwarte truffelpasta, tomatensaus en verse basilicum. Villa Trasqua behoort aan Hans Hulsbergen, die tevens eigenaar is van Wijnhandel van Krimpen. Naast diverse wijnen produceert Villa Trasqua overigens ook een overheerlijke olijfolie.

 

. Na een succesvolle, lange carrière als chef-kok in Canada keerde Göran Amnegard in mei 2000 terug naar zijn geboorteland Zweden. Alwaar hij een omvangrijk landgoed had gekocht in de natuurrijke regio Södermanland, 130 kilometer bezuiden Stockholm.Tot verbijstering van zijn buren begon hij daar met het plantrijp maken van een kleine, stenige wijngaard – de noordelijkste van Europa. ‘Een van mijn buren vroeg waarom ik dacht hier wijn te kunnen maken terwijl niemand dat eerder had gedaan; ik antwoordde dat ook niemand dat had geprobeerd’, zegt Göran achteraf. Het idee voor een wijngaard was ontstaan in Canada, waar onder vaak barre omstandigheden uitstekende zoete wijnen worden gemaakt, de zogeheten ijswijnen. De Zweed liet ook uit Canada het daarvoor beste ras overkomen, de resistente witte vidal, een hybride die tachtig jaar geleden gecreëerd werd door ugni blanc met een andere hybride te kruisen. Van de totale huidige aanplant, op 2,6 hectare, vormt vidal momenteel 80 procent. De rest bestaat uit chardonnay, merlot plus wat cabernet franc – en binnen vijf jaar wordt het wijngaardoppervlak verdubbeld. Koken doet Amnegard (51) nog steeds, want behalve een gewelfde proefkelder en een hotel beschikt zijn domein ook al vijf jaar over een restaurant. Op de Blaxsta Vingard, zoals het domein heet, lukt het om de vidalvruchten binnen slechts 85 dagen goed rijp te krijgen, dit dankzij de zeer lange zomerdagen. Ze blijven ook gezond, aangezien meeldauw en andere plagen dankzij de koude winters niet voorkomen. In bevroren toestand worden de druiven uiteindelijk geplukt, meestal bij zo’n acht graden onder nul. De aldus vervaardigde Vidal Icewine 2005 heeft een zachte gouden glans, een elegante structuur (11 procent alcohol) en een prachtige, intense, zoete smaak met elementen van zowel honing als karamel – ijselijk lekker eigenlijk. Prijs €50 per halve fles. Te koop via wijnkopers@heisterkamp.com of (0541) 29 22 22.

. Twee nieuwe onderzoeken geven aan dat wijn mogelijk beschermend werkt tegen suikerziekte type 2. Een van deze studies werd uitgevoerd door de Universiteit van Wageningen. Daaruit blijkt een gezonde levensstijl niet de enige factor is die het risico op diabetes (en de daaraan gerelateerde hartziekten) verkleint, maar dat op de een of andere  manier alcohol ook bijdraagt. Gebruikers van alcohol lopen zelfs 40 procent minder risico dan geheelonthouders.  Het type alcohol komt via Wageningen niet in beeld, maar indirect wel in een ander onderzoek, dat van de University of Michigan. Dat geeft namelijk aan dat druiven een stof bevatten die de ontwikkeling van hoge bloeddruk en insulineweerstand afremt, leidende factoren voor type 2 diabetes en hartziekten. Het effect is waarschijnlijk te danken aan zogeheten fytochemicaliën die op natuurlijke wijze in druiven én wijn voorkomen.

 

. Zuidelijk in Spanje zijn mooie, karaktervolle wijnen te vinden, getuige de twee volgende scènes.
Scène 1. Op een wijnbeurs in Sevilla zou een Spaanse politicus een bezoek brengen aan de stand van Sherry. Daar merkte men echter dat het vat waaruit getapt zou worden leeg was – en dus werd snel wat wijn geleend bij de collegae van Montilla. De gezaghebber proefde de wijn, een Fino, knikte tevreden en ging even later naar de Montilla-stand. Hij kreeg daar exact hetzelfde product geserveerd, maar gaf nu als commentaar:’Hij smaakt goed, maar het is tóch geen Sherry.’
Scène 2.
Het gastronomische tijdschrift Sobremesa organiseert in Madrid een proeverij van Spanje’s allerbeste Fino’s, zes uit de Sherry-streek en zes uit Montilla-Moriles. Geen van de proevers, allemaal vakmensen, kan onderscheid vinden in stijl of niveau.
Qua smaak bestaan er dus geen verschillen tussen de betere Fino’s van Jerez en Montilla, maar wel qua imago. Dat is te wijten aan de talrijke goedkope Montilla’s die vooral in het supermarktkanaal op de schappen staan. De desbetreffende wijnen worden gezien als goedkope alternatieven voor Sherry – en geen sterveling beseft dat Montilla-Moriles (zoals de herkomstbenaming voluit heet) schitterende, karaktervolle wijnen kan voortbrengen van wereldniveau. Een der fraaiste Fino’s is de Gran Barquero. Als eerste Fino ooit – inclusief de versies uit Jerez – werd deze ooit bekroond met Spanje’s hoogste wijnprijs, de Bacchus de Oro. De wijn is bleek van kleur en intens van zowel geur als smaak, met mooie nuances van gedroogde vruchten, noten, kruidig hout en toast. Voorts presenteert hij zich zowel fris als zacht, wat te danken is aan een vatlagering van acht tot tien jaar. Het is, mits koel geschonken, een eminent aperitief dat olijven, zoute haring en andere hartige hapjes perfect kan begeleiden. Prijs €8,95 per halve liter. Net als de Fino’s uit het Sherry-gebied ondergaan die uit Montilla-Moriles een rijping via de zogeheten soleramethode. Daarbij vindt in grote, gestapelde eiken fusten een geleidelijke menging plaats. De oudste wijn wordt onderaan afgetapt, de jongste bovenop bijgeschonken. Rafael Delgado, manager bij Pérez Barquero, het bedrijf dat Gran Barquero produceert, vergelijkt het solerasysteem met menselijke educatie:’Je stuurt een jong  iemand die nog nooit op school is geweest niet meteen naar de universiteit, maar laat hem eerst de lagere en middelbare school doorlopen. ’Dat de Gran Barquero Fino ondanks zijn lange opvoeding fris blijft, is te danken aan het fenomeen van de ‘flor’. In de vaten ontstaat op het wijnoppervlak een dikke laag grijs-witte gistcellen die beschermt tegen oxidatie en de wijn bovendien een speciaal, enigszins nootachtig aroma geeft. Het is uitsluitend dankzij de soleramethode en de flor dat een Fino uit Montilla-Moriles sterk lijkt op een Fino uit Jerez. Want alle overige regiofactoren verschillen sterk.De Sherrystreek grenst aan zee, terwijl Montilla-Moriles flink landinwaarts ligt, niet ver bezuiden Córdoba. Met als gevolg een landklimaat waarvan de zomers lang, heet en droog zijn. Ook de grond is anders, terwijl als enige druif niet Sherry’s palomino wordt gebruikt, maar de pedro ximénez. De druiven daarvan krijgen dankzij de zon zo veel suiker dat een Fino uit Montilla-Moriles op natuurlijke wijze 15 procent alcohol bereikt, terwijl men een Sherry altijd met extra alcohol moet versterken. Van de pedro ximénez worden door Pérez Barquero ook andere indrukwekkende Montilla’s vervaardigd. Waaronder de intens smakende, krachtige, zeer notige Gran Barquero Amontillado die €10,80 per halve liter kost. En de van zongedroogde trossen afkomstige Gran Barquero Pedro Ximénez, een donkerbruine creatie met een weelderig zoete smaak – rietsuikerstroop, chocolade, rozijnen – die hem tot een perfecte begeleider maakt van chocoladegerechten. Halve literfles €11,05. Ook de iets lichtere en goedkopere Pedro Ximénez de Cosecha 2007 is het ontdekken waard en bijna een dessert op zich. Hiervoor betaal je €8,95 per halve liter. Verkoop via winkels van De Nederlandse Wijnkring, www.wijnkring.nl.

 

*

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.