Als achttienjarige kreeg Herm Moes een baantje bij een slijterij in Vroomshoop. Zijn passie voor wijn is daar ontstaan, ‘want van huis uit had ik er geen enkele affiniteit mee’. Hij haalde ook het Slijtersvakdiploma en bracht eerste bezoekjes aan wijngebieden. Na een korte baan bij een wijnhandel begon hij bij Horecagroothandel de Haan in Hengelo, waar Herm de slijterij en de wijnafdeling opzette. Allerlei andere wijnavonturen volgden. Waaronder inkoop assistent bij Intercaves (voorheen Doyer & van Deventer) in Zwolle, en Herm werd vinoloog. Joost Hagen vroeg hem voor Baarsma’s Dranken te komen werken, als hoofd verkoop binnendienst. In die functie creëerde hij een afdeling speciaal voor de vakhandel, Baarsma Tradition. ‘Het oorspronkelijke Baarsma groeide echter uit tot een bedrijf waar ik mij minder thuis voelde en intussen was Boomsma distilleerderij/wijnkoperij op zoek naar een creatieve wijninkoper en promotor. Bij dit traditionele Friese familie bedrijf voel ik mij thuis en kan mijn creativiteit weer kwijt. Ik kon er gestaag bouwen aan een wijnafdeling met levering uitsluitend aan de vakhandel.’ Met name zijn dit de nu ruim zestig leden van de zogeheten D&C formule. Ongeveer gelijktijdig met Herms komst kocht Jodocus Boomsma zijn eigen wijngoed, Château Beaulieu (foto) in Côtes de Bourg, en droeg zijn bedrijf over aan de kinderen Chantoine en Saskia Boomsma. Over zijn favoriete culinaire combinaties schrijft Herm Moes het volgende. Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik een groot liefhebber ben van Port. Misschien was dit ook de reden dat ik in 2012, samen met Peter van Houtert van Verbunt en Frank Donkers van LFE, benoemd ben tot Cavaleiro bij de Confraria do Vinho do Porto. Het zal dan ook niemand verbazen dat mijn ultieme wijn-spijscombinatie vaak met Port is. Daarnaast zoek ik combinaties met pure smaken en simpele, maar uiteraard smaakvolle gerechten. En ben ik wars van allerlei liflafjes, snufjes en ‘op een bedje van…’. Dit zijn mijn all time favorieten. Witte Domaine de Villargeau ‘Les Grenêts Gris’ (uit Coteaux du Giennois, een serieuze concurrent van Sancerre en Pouilly-Fumé) met een salade van rucola, geitenkaas, walnoten, appel, balsamico en iets honing. Alle ingrediënten afkomstig uit Fryslân van www.destreekboer.nl). Voorts de Cuvée Arthur van Château Beaulieu (Côtes de Bourg) met een ossenhaas tournedos van www.slagerijrijpma.nl, in wat wijnjus. Net zo geniet ik van de Domaine Lafage ‘Grain de Vignes’ (Muscat de Rivesaltes) met Bleu de Wolvega, een Friese blauwschimmelkaas. En tot slot de Krohn Colheita 1978, een nu dus veertig jaar oude Port, met overjarige boerenkaas van Kaasboerderij de Gelder in Tijnje (zie www.boerenkaaswinkel.nl). Het water loopt mij al in de mond.
Eric Kurver, producent van de inmiddels wereldberoemde rosé AIX, kwam naar Nederland om zijn nieuwste jaargang te presenteren, de oogst 2017. Het was een moeilijke bevalling, vanwege de ‘bloedhete’ en tegelijk zeer droge zomer. Om drie hectare jonge aanplant te beschermen moesten de stokjes, twaalfduizend stuks, zelfs met de hand van wa ter worden voorzien. ‘Door de langdurige droogte droomden we van regen’, stelt Eric achteraf. Het was bovendien de vroegste oogst ooit – en de kleinste. Met gemiddeld slechts 25 hectoliter wijn per hectare, terwijl 60 normaal is. Er zat gewoon minder sap in de vruchten. Overal zijn dus ook de (druiven)prijzen aanzienlijk gestegen. De kwaliteit echter was goed, op Erics eigen domein en bij de vijf regionale producenten bij wie hij en zijn technische team additionele wijnen selecteren, alle vervaardigd volgens strikte eisen, en onder supervisie van de AIX makers. Een die eisen betreft het koelen van de druiven, tot wel 5 graden Celsius, voordat deze worden vergist. De schillen geven dan weinig kleur af, maar het sap behoudt wel zijn aroma. Kou beschermt ook tegen oxidatie, en tijdens het gehele proces wordt sowieso met natuurlijke middelen het gevecht tegen de invloed van zuurstof slim en deskundig gevoerd. Na het selecteren van alle wijnen (bij de leveranciers is dat meestal slechts 10 à 15 procent van wat wordt aangeboden) vindt de belangrijke fase plaats van het componeren. Dagenlang gaan vijf of zes deskundigen, inclusief Eric zelf, geconcentreerd proeven – uit vijftig tot zestig verschillende cuves. Met als doel minstens dezelfde hoge kwaliteit te bereiken als van de vorige jaargang, alsmede hetzelfde karakter. De eindbeslissing ligt bij Eric. Die de uiteindelijke wijn nogmaals proeft en die tevens ’een glaasje door slikt om te zien of de wijn ook dan lekker is’, vervolgens een fles mee naar huis neemt, deze in de koelkast plaats en hem de volgende ochtend keurt. ‘Het is de enige nacht dat ik niet of slecht slaap’, want na het jawoord is er geen terugweg mogelijk. Alle zorgen, alle details hebben wel bijgedragen tot het fenomenale succes dat de altijd bleek orange rosé geniet, ook in grote markten als de Amerikaanse (waar o.a. de Whole Foods Market de wijn voert) en Engeland (waar Bollinger importeur Metzendorf distribueert). En het oogstjaar 2017? Dat heeft als samenstelling 60 procent grenache, 20 cinsault, 20 syrah – en smaakt gewoon heerlijk. Met een royale dosis enigszins drupsachtig citrusfruit, veel sap, een snufje kruiden en aangename zuren. Helemaal AIX. De nieuwe jaargang is sinds 1 februari beschikbaar bij importeur www.walravensax.nl.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
SMAKEN
VAN
SAINT-EMILION
Het levendige wijnstadje Saint-Emilion heeft wijntoeristen veel te bieden; misschien is het soms net even té toeristisch (schrijft de auteur en principale fotograaf van deze reportage, Ronald de Groot van PersWijn). Maar wie goed kijkt, ziet veel leuke plekjes, goede restaurants en gezellige wijnbars. Het heeft een bijzonder ligging, op een pure kalkrots die alleen bedekt wordt door een laag klei. Het is bij veel mensen onbekend dat in deze rots op grote schaal grotten zijn uitgehouwen, o.a. voor de bouw van woningen. In deze grotten zaten ooit champignonkwekerijen, maar tegenwoordig worden ze door veel châteaus gebruikt voor de rijping van hun wijnen. De temperatuur is het jaar rond vrijwel constant laag, terwijl de luchtvochtigheid juist hoog is, ideaal. De eerste wijngrot die ik bezocht, was die van Château Ausone, heel indrukwekkend. Vooral door de hoogte leek het een soort wijnkathedraal. Toeristen kunnen de grot van Ausone niet bezichtigen, maar er zijn diverse châteaus die hun grotkelder wel open stellen voor bezoek. Je betaalt een vergoeding, het proeven van wijn inbegrepen. Dit is o.m. mogelijk bij Château Villemaurine (€12 tot €30) en Clos la Madeleine (€9). Een van de meest bijzondere monumenten van het stadje Saint-Emilion is de ondergrondse kerk (église monolithe) die volledig werd uitgehouwen in de kalkrots, en die dateert van rond de elfde of twaalfde eeuw. Een bezoek aan de grotkerk kan worden geregeld via het Maison de Tourisme.
Aan de noord- en westkant van Saint-Emilion kun je vrij eenvoudig parkeren. Het makkelijkst is de parkeerplaats even ten noorden van de rotonde, richting Château Larmande, want daar hoef je niet te betalen. Door het stadje kun je eigenlijk alleen maar lopen, zeker indien je rustig wilt rond kijken. Saint-Emilion heeft een echt historisch ambiance met straatjes die vrij smal zijn en soms steil. Hier en daar zelfs zo steil dat de wandelaar zich op de gladde kinderhoofdjes aan de leuning in het midden moet vasthouden om niet naar beneden te glijden.
Wijnwinkels heet de plaats te over, van duur tot heel duur. Maar er zijn ook leuke bij, met betaalbare oudere flessen, zoals de winkel met de naam Château Valandraud. De zaak behoort aan Jean-Luc Thunevin, de eigenaar van voornoemd château; hij is zeer actief met de verkoop van wijnen van zichzelf en anderen. Het personeel is een tikje opdringerig, maar het leuke is dat je hier ook open wijnen kunt proeven en een goed, wat onconventioneler assortiment. De echt luxe winkels met grote assortimenten Pétrus en Cheval Blanc laat ik het liefst links liggen. Die zijn meer voor Amerikaanse en Aziatische toeristen. Wie komt om voor thuis goede Saint-Emilions te kopen, kan ik aanraden het Maison du Vin (foto geurenlokaal helemaal boven) te bezoeken, direct achter de kerk tegenover Clos Fourtet, aan de westkant van Saint-Emilion. Daar wordt een zeer uitgebreid assortiment verkocht van talrijke châteaus, inclusief een mooie keuze in magnums. En dat met de garantie dat de wijnen worden verkocht voor dezelfde prijs als op het château, wat zonder meer aantrekkelijk is.
Mijn favoriete wijnrestaurant is L’Envers du Décor (terrasfoto), om de hoek bij het Maison du Vin. Met een goede selectie wijnen per glas – zo’n kleine tien wit en rood – en een prachtige wijnkaart is het daar echt genieten. Je kunt even lekker aan de bar hangen. of eten op de binnenplaats. Het eten is niet heel goedkoop, maar goed van kwaliteit. Op de wijnkaart staat een deskundig gekozen selectie van niet alleen Saint-Emilions, maar tevens van veel moois overal vandaan, voor heel redelijke prijzen. Bijvoorbeeld de Champagne Jacquesson Cuvée 739 voor € 80. Een ander leuk adres is RestoVin Chai Pascal, aan de hoofdstraat (Rue Guadet). Wat eenvoudiger van opzet dan L’Envers, met meestal een vijftal rode en twee witte open wijnen, en qua gerechten iets minder avontuurlijk. Denk aan confit de canard, andouillette, dat soort schotels. Gewoon heel aangenaam, want aangenaam gewoon. Wijnbar L’Absolu, in het hart van de stad, is eenvoudig, met een vrij beperkte keuze in open glazen en in flessen. Niet slecht, maar ook niet heel bijzonder. Dit is wel een wijnbar waar flights van drie wijnen kunnen worden besteld.
Saint-Emilion was een van de eerste plekken waar château-eigenaren ontdekten dat je door het openen van een hotel, een winkel, een restaurant en/of chambres d’hôtes veel gasten kunt trekken. En daarmee belangstelling genereert voor je wijn, alsmede extra inkomen. Het betreft hier hoogwaardig toerisme voor kapitaalkrachtige liefhebbers van over de hele wereld. Het chique, typisch Franse, licht afstandelijke Grand Barrail Lamarzelle Figeac, ten westen van het stadje, was een van de eerste château-hotels (links). En het heeft een eigen restaurant. Wat eigentijdser van opzet is het kleine, maar werkelijk zeer aangename hotel dat in Château Franc Mayne is gevestigd, in de directe nabijheid van Saint-Emilion. Een fijne plek om te verblijven (zonder restaurant). Veel kleinere châteaus bieden tegenwoordig chambres d’hôtes aan, in een formule die lijkt op wat ze in Italië agriturismo noemen, slapen bij de boer. Alleen kun je in Bordeaux niet spreken van een boer, maar eerder van een eigenaar. Hoe hoger de status van het château, des te chiquer (en duurder) de kamers. Château Troplong Mondot, 1er Grand Cru Classé, spant de kroon, met zijn maison d’hôtes Les Belles Perdrix. Château Soutard doet eveneens leuk mee. Vaak worden proeverijen bij aangeboden, zoals op Château Valandraud. Gelukkig zijn er toch ook kleinere châteaux waar je voor alleszins redelijke prijzen terecht kunt. Een aantal is te vinden op de website van het Maison de Tourisme.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Adressen en websites
Château Villemaurine: www.villemaurine.com
Clos la Madeleine: www.clos-la-madeleine.com
Maison de Tourisme: www.saint-emilion-tourisme.com
Wijnwinkel Valandraud: Rue Guadet 6
L’Envers du Décor: www.envers-dudecor.com
Hostellerie de Plaisance: www.hostelleriedeplaisance.com
Logis de la Cadène: www.logisdelacadene.fr
Chai Pascal: www.chai-pascal.com
Restaurant Amelia Canta: www.ameliacanta.com
Wijnbar L’Absolu: Place du Marché au Bois 7
L’Atelier de Candale: www.atelier-de-candale.fr
Les Belles Perdrix de Troplong Mondot: www.chateau-troplong-mondot.com
Château Franc Mayne: www.chateau-francmayne.com
Maison du Vin: www.maisonduvinsaintemilion.com
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Het is niet verrassend dat het duurste hotel met het duurste restaurant, Hostellerie de Plaisance, in bezit is van Gérard Perse, eigenaar van Château Pavie. Op die bezitting ademt alles luxe, en de wijnprijzen zijn er tot ongekende hoogte gestegen. Perse is een veeleisend man; hij is inmiddels toe aan zijn derde chef sinds 2014, nadat de vorige een ster had verloren. Het niveau is hoog, de prijzen zijn dat ook. En de tweede ster is terug. Eveneens in het hart van Saint-Emilion vinden we Logis de la Cadène. Hier zwaait een jonge chef van nog geen dertig de scepter, en verdiende met lichte gerechten zijn eerste Michelinster. Door de week wordt hier een zeer betaalbaar lunchmenu geserveerd, maar op andere momenten zijn de prijzen van Saint-Emilion niveau. Er is overigens een (piep)klein terras, en dit restaurant heeft tevens een hotel. Als je verder naar beneden loopt, kom je op het gezellige centrale plein, het Place du Marché au Bois, dat vol staat met tafeltjes. Restaurant Amelia Canta biedt hier eenvoudige gerechten aan voor faire prijzen. Op de wijnkaart staan goede en betaalbare Saint-Emilions, diverse per glas geserveerd en vele in halve flesjes. Bij mooi weer is het wat mij betreft toch aangenamer om tussen de wijngaarden te eten. Dat kan heel luxe op het eerder genoemde Château Troplong Mondot (één ster); daar heeft een mooi terras met een heel fraai uitzicht (links). Betaalbaarder is L’Atelier de Candale, het restaurant van Château de Candale, iets verder weg naar het oosten. Dit heeft een bib gourmand, en het menu van €32 biedt veel waar voor zijn geld. Bovendien heeft de bediening verstand van wijn, en er is een goede keuze van soorten per glas.
Tot nu toe zijn – bewust – het toeristentreintje en de tuktuks nog niet genoemd. Als het gaat om té toeristisch, dan kun je die als symbolen zien. Maar voor wie gewoon even lekker rondgereden wilt worden, is zo’n elektrische tuktuk voor een tientje per persoon (of €20 inclusief proeverij op een château) zo gek nog niet. Er is zelfs een tuktuktour beschikbaar met een ritje door de ondergrondse grotten van het Cloître des Cordeliers. Kaartjes via het Maison de Tourisme. Het treintje, tja, dat gaat ons toch te ver. Daarin willen we niet gezien worden. Maar wat u doet, moet u natuurlijk helemaal zelf weten.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Wat een avontuur, het beginnen van een eigen wijndomein in het verre Canada. En dus ook naar dat land emigreren. Rolf de Bruin en diens vrouw Heleen Pannekoek deden het, en trokken naar British Columbia. Waar ze nu over een eigen akker beschikken, en een prachtig keldercomplex met restaurant. Ze doopten de bezitting Fort Berens, naar een door deEngelsen gebouwde versterking die anderhalve eeuw geleden verrees toen de streek een korte gold rush beleefde. Heleen, die o.a. vinoloog is, stelde: ‘Mijn voornaamste drive om samen met Rolf dit avontuur aan te gaan, is gelegen in het bereiken van een betere verhouding tussen werk en privé, en om in de buitenlucht te kunnen werken in plaats van binnen. Ik zou het ook geweldig vinden als onze kinderen kunnen opgroeien in een landelijke omgeving.’ Rolf, die een hoge baan had bij Capgemini, vertelt dat hij en Heleen in 2004 begonnen met zoeken. Ze wilden naar een Engels sprekend land; de Verenigde Staten vielen al snel af, en Canada leek Canada het aantrekkelijkst. De prachtige Okanagan Valley, oostelijk van Vancouver, was favoriet, maar had te hoge grondprijzen. Maar 400 kilometer daar vandaan, in noordwestelijk richting, ontdekten het echtpaar en hun drie adviseurs een gebied dat een vergelijkbaar klimaat heeft, rond het stadje Lilooet. Dat op ongeveer dezelfde breedtegraad als de Champagne gelegen is langs de snelweg die Vancouver verbindt met de resortstad Whistler (waar in 2010 de Olympische Winterspelen plaatsvonden), een route die door veel toeristen wordt gevolgd. Teneinde de precieze locatie te vinden, werd heel gedegen grondonderzoek verricht. Uiteindelijk viel de keuze op een geschikt terrein naast de snelweg. Het ligt op 230 meter hoogte en bestaat uit goed drainerende grond die zowel kiezel en keien bevat, als leem en zand. In 2009 verhuisden Rolf, Heleen en hun twee zeer jonge kinderen naar Lilooet, om daar het eerste commerciële wijndomein te stichten. Zelf plantten ze 8 hectare met een half dozijn verschillende druivenrassen (‘bewust allemaal met verschillende rijpingstijden’). Ze namen ook mensen in dienst, waaronder een echtpaar uit Zuid-Afrika om de wijngaard te verzorgen, en een jonge, vooruitstrevende wijnmaker. Een team dat ook voortdurend experimenteert. De eerste jaren, toen de stokken nog te jong waren, werden alle druiven gekocht in de Okanagan Valley. Dit gebeurt voor een klein deel nog steeds, want in Lilooet is de opbrengst per hectare meestal heel laag. Ter plekke worden de wijnen met succes verkocht. Van de jaarlijkse 120.000 flessen gaat alleen al de helft naar leden van de eigen wijnclub. De wijnstijl is afgestemd op een publiek dat graag soepele wijnen drinkt met zachte tannines, ‘ze zijn op dronk als we ze verkopen’. De opvallendste wijn in de collectie is een rode Cabernet Franc (‘waarvan de druif het heel goed doet in British Columbia’). De 2015, die deels werd bereid van ingedroogde druiven, smaakt vrij heftig, rijp en sappig, met donkere, besachtige en kruidige (deels van vatlagering afkomstige) tonen in de achtergrond. Richtprijs €26,15. In zijn soort eveneens geslaagd is de Riesling 2016, sappig, mild en fris tegelijk – en winnaar van zilveren en gouden medailles. Naast rieslingdruiven bevat de wijn ook kleine percentages simalkeen en vernon. Fles meestal €19,95. Totaal anders presenteert zich de Chardonnay 2016, een wijn waarvan veertig procent op vat werd vergist, en die ruim vier maanden in fusten rijpte. Notigheid, roosteraroma’s, wit en geel fruit, ze zijn alle in deze stevige, op €21,95 geprijsde wijn present. De importeur is www.vlietlandwijnen.nl.
Een op studie gebaseerde titel behoudt zijn waarde alleen als de verworven kennis up to date blijft. Vandaar dat ik de komst toejuich van de nieuwe titel register vinoloog. Deze wordt toegekend aan vinologen die zichzelf hebben bijgeschoold (waarvoor de Wijnacademie een puntensysteem heeft ontwikkeld).
Sinds 1974 hebben zo’n 2500 wijnliefhebbers – de meesten professionals – het examen voor vinoloog met succes afgelegd. Zelf behoorde ik tot de allereerste lichting. Destijds echter was de wijnwereld veel kleiner dan nu. In het eerste cursusboek kwamen Argentinië, Australië, Chili, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en heel wat andere landen eigenlijk niet voor. Terwijl bovendien het nodige veranderd is wat wijnbouw en wijnbereiding betreft. De nieuwe stimulans tot zelfeducatie is dus een zeer wezenlijke. Ik schrijf dit mede omdat ik mij – als bedenker van het woord ‘vinoloog’ en schrijver van de eerste cursus – een soort vader voel van de vinologenfamilie. En wat attent, wat aardig, wat eervol, om uit handen van Ron Andes (voorzitter van de Wijnacademie) certificaat nummer één te mogen ontvangen. Naar verluidt heb ik sinds 1974 het nodige gereisd, geproefd en genoteerd om de wijnkennis van toen flink te vergroten. Zie www.wijnacademie.nl.
Het excellente wijngoed Château Gruaud Larose te Saint-Julien (Médoc) werd anno 1750 door de heer Gruaud gecreëerd door drie lokale domeinen samen te voegen. In de 19e eeuw echter vond een weer een opsplitsing plaats, nu in twee delen: Gruaud Larose Sarget en Gruaud Larose Faure. Uiteindelijk kocht Désiré Cordier, een regionale wijnhandelaar, in 1917 een eerste deel van het domein, en het resterende negentien jaar later. Zodat er sindsdien opnieuw één Château Gruaud Larose bestaat. Aldus de toelichting van Bert Wentzel, bertwentzel@hetnet.nl, die dit label selecteerde
uit zijn omvangrijke etikettencollectie.
.
.
.
.
Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website en dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen. Bekijk ook de editie van januari 2018.