Vanuit zijn bedrijf www.winepeptalk.nl, waarbij de letters PEP staan voor Publicaties, Educatie en Presentaties, ontplooit Frank Jacobs uiteenlopende wijnactiviteiten. Behalve wijnschrijver is hij wijnspreker, wijndocent en wijntaxateur met ruim 40 jaar ervaring in de wijnwereld. Frank schreef enkele wijnboeken en levert regelmatig bijdragen aan diverse bladen en kranten, waaronder PersWijn, waaraan hij inmiddels al meer dan vijfentwintig jaar als redacteur is verbonden. Verder was hij van 2003 tot 2016 docent analytisch (blind)proeven aan de  opleiding tot vinoloog van de Wijnacademie en verzorgde hij het proeftechnische gedeelte van het begeleidingstraject naar het hoogste Nederlandse wijndiploma Magister Vini. Ook gaf hij gastcolleges aan de Cas Spijkers Academie en was hij jarenlang docent vinologie aan de Hogere Hotelschool Den Haag. Daarnaast was hij van 2003 tot 2012 wijnexpert en -taxateur van veilinghuis AAG en is hij tegenwoordig als senior consultant aan wijnveilinghuis Winefield’s verbonden. Van 2015 tot november 2018 was Frank voorzitter van de SDEN (Stichting Dranken Examens en Normering) een functie die hij, om mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen, neerlegde nadat hij in oktober 2018 als bestuursvoorzitter van de Wijnacademie werd benoemd. Over ijn favoriete wijn- spijscombinatie(s) schrijft Frank Jacobs het volgende. Ooit, ergens in de jaren zeventig van de vorige eeuw, werd ik besmet met het wijnvirus door het drinken van een fles Château Beychevelle, een 4e Grand Cru Classé uit Saint-Julien. Een Bordeaux dus. In de dertig jaren die daarna volgden ben ik wat betreft rode wijn altijd een echte ‘Bordeauxman’ gebleven. De laatste tien jaar is er echter onmiskenbaar een verandering in mijn aankoop- en drinkpatroon te bespeuren. Ik koop ter plaatse, op veilingen en bij de Nederlandse wijnhandel, tegenwoordig meer rode Bourgogne dan rode Bordeaux. Dit in verband met het feit dat ik de wijnen uit Bourgogne vaak meer terroir-getypeerd, finesserijker, eleganter en verteerbaarder vind. In tegenstelling tot mijn oude liefde Bordeaux, waarvan de wijnen volgens mij vaak onderling inwisselbaar zijn geworden. Mede doordat ze zo veel van alles hebben: kleur, structuur, materie, hout, alcohol soms ook. Soms zelfs té veel. Ach, het zal wel iets met leeftijd te maken hebben…
Overigens was Bourgogne altijd al mijn favoriet als het om witte wijn gaat. Er gaat, wat mij betreft, nu eenmaal weinig of niets boven een mooie Puligny-Montrachet van een goede producent. Daarbij is de Bourgogne veel leuker om te bezoeken dan Bordeaux.  Het ligt niet alleen dichterbij, maar het gebied is landschappelijk ook mooier, de restaurants zijn er beter en de wijnproducenten stukken authentieker. Op een domein in de Bourgogne word je regelmatig ontvangen door de in een bloemetjesschort gestoken echtgenote van de producent, die haar man in de wijngaard op zijn portable belt om te melden dat er bezoek is. Als de wijnboer arriveert, krijg je een eeltige hand die aanvoelt en eruit ziet als een oude knoestige wijnstok op zijn land. Nee, dan Bordeaux. Daar krijg je de eigenaar niet te zien, omdat hij vrijwel nooit op het wijndomein is, laat staan ooit met zijn poten in de klei van de wijngaard staat. Hij heeft een fortuin vergaard in een andere business, woont in Parijs, draagt driedelige maatpakken, laat het werk in de wijngaard aan zijn personeel en de ontvangst van gasten op zijn hobbychâteau over aan in mantelpakjes geklede hostessen die charmant glimlachend een ingestudeerd pr-praatje afsteken. Kortom, ik ben tegenwoordig dol op de Bourgogne in alle facetten. Op het gebied, het landschap, de keuken en de wijnen. Ik kom er dan ook graag en zo vaak mogelijk.
Als ik er ben, geniet ik enorm van klassieke gerechten uit de Franse en Bourgondische keuken als foie gras, jambon persillé en slakken. Allemaal zaken die ik daar werkelijk elke dag met veel smaak en plezier kan eten. Net als een casserole  of cocotte met slakken en paddenstoelen, liefst eekhoorntjesbrood en cantharellen, in een kruidige, romige saus. En daarbij drink ik dan graag een witte Bourgogne van enig niveau, zoals een Saint-Aubin En Remilly Premier Cru van Domaine Marc Colin. Niet alleen is dat mijn favoriete domein in het dorp, maar En Remilly is in mijn optiek ook de beste wijngaard van Saint-Aubin, gelegen op een helling met een zuidwestelijke expositie en een bodem met klei en kalksteen op een hoogte van 300 meter, die feitelijk de voortzetting vormt van het terroir van Le Montrachet in buurgemeenten Chassagne en Puligny naar het westen. Zowel de jaargangen 2013, 2014, 2015 als 2016 zijn nu heerlijk en zeker de beide laatste kunnen nog wel enkele jaren mee. De wijnen hebben een aroma van grapefruit, honing en kamperfoelie plus wat toast, en zijn zuiver, sappig, elegant en complex, met rijp fruit, citruszest, noten en room.
Vaak koop ik de wijn vaak ter plaatse, maar ook in Nederland is hij gelukkig goed verkrijgbaar. Zowel Wijnhandel De Logie in Amsterdam, Châteaux & Domaines Dumont in Breda als de bijna twintig filialen van Henri Bloem, verspreid over heel Nederland, hebben wijnen van Marc Colin in hun assortiment.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

SMAKELIJKE AVONTUREN
op
SARDINIË

Van de mirtestruik die overal op Sardinië groeit worden het geurige blad en de bessen in de keuken gebruikt. De geur en de rinzige smaak van mirto vind je ook in sommige wijnen terug. En de naam, die komt van Myrrha, een geliefde priesters van Venus; mirte wordt daarom ook als plant van de liefde beschouwd. Met deze woorden beginnen Tjitske Brouwer en Marc Collard, eigenaren van het wijnbedrijf www.vinoblesse.nl, hun impressie van Sardinië. Dat ze in de herfst van vorig jaar weer eens bezochten, op zoek naar lekkere wijnen an andere smakelijke zaken. Zo genoten ze o.m. van een lokaal paddenstoelenmaal. De tocht begint in het noorden, in San Leonardo en Sennori.
Zoals de maffia hier geen voeten aan de grond heeft kunnen krijgen (‘Wij hebben geen mensen nodig die ons beschermen, dat doen we zelf wel’) zo hebben internationale druivensoorten als chardonnay en merlot in San Leonardo en Sennori nauwelijks kunnen wortelen. Over de oorsprong van cannonau en vermentino doen verschillende verhalen de ronde. Opgravingen hebben aangetoond dat cannonau 1200 jaar voor Chr. al op Sardinië werd verbouwd, en dat wellicht de Spanjaarden stokken ervan mee naar huis hebben genomen. Maar dat is geschiedenis. Wij willen vooral de huidige wijnen en hun makers beter leren kennen. Dit doen we onder andere door twee van onze wijnboeren te bezoeken die samen de spanwijdte van natuurlijk werken binnen het Vinoblesse assortiment tonen. Met aan de ene kant Renato Spanu van Jankara (die toch liever een keertje spuit als het echt nodig is) en aan de andere kant de rebelse Paolo Dettori, boegbeeld van Sardijnse vin  nature en biodynamie die nog liever zijn hoed zou opeten dan chemie te gebruiken. Renato leerde ons overigens dat graniet, kurk en toerisme de belangrijkste bronnen van inkomsten zijn, en van Renato vernamen we dat op Sardinië meer schapen dan mensen wonen.
Wij hebben een fijne kamer in het Aldolia Country Resort bij het Lago di Liscia (links). Er is een zwembad, uitzicht op het meer, een goed restaurant, en heel vriendelijk personeel. Maar door de bergen, de bewolking, het meer én de aanwezigheid van een grote groep Duitse toeristen waan je je bijna in de Vogezen of de Dolomieten. ’s Avonds ‘landen’ wij pas echt op Sardegna, wanneer Renato Spanu ons meeneemt naar het familierestaurant La Pitraia in Sant’Antonio, waar hij is geboren. Het is herfst en er staan funghi op het menu. Vanwege het natte weer zijn er zelfs moltissimi funghi. De eerste antipasti staan al op tafel en het wordt een komen en gaan van gerechten: salades met groente en paddenstoelen, tussendoor een carpaccio van rauwe paddenstoelen: porcini, ovuli en mazzo tamburo, vervolgens als primo een risotto con porcini, en als hoofdgerecht gemarineerd speenvarken met wederom funghi en het Sardijnse kruid mirto. Als extraatje arriveert komt er nog een kwartel gevuld met zowaar… funghi. Voor kaas geen plaats, wel nog voor een toetje, tiramisu. Tussendoor proeven wij drie jaargangen Vermentino di Gallura van Jankara. De wijn kan opvallend goed ouderen en krijgt aroma’s van rijpe riesling. Bij de secondo proeven wij de nieuwe jaargang van de rosso Lu Nieddu, een wijngaard met 85-jarige stokken cannonau, pascale, caricaggiola, dolcetto, barbera en cabernet franc.
De volgende dag rijden wij eerst naar San Leonardo, het gehucht waaraan het subgebied zijn naam ontleent. Er is geen bakker, geen café, maar wel een kerk, een begraafplaats, een feestzaal… Hier wordt jaarlijks het Vermentino festival gehouden. Wij hebben er een mooi uitzicht op de vallei. Renato (foto in wijngaard) vertelt. ‘We zitten hier in het hart van de Gallura in het gebied San Leonardo. De natuurlijke grens wordt gevormd door ‘ons’ Lago di Liscia in het noorden, door de dorpen Luras en Calangianus in het westen en Sant’Antonio in het oosten. In het zuiden staat de op-een-na hoogste berg van Sardinië, de Limbara (1342 meter). Deze houdt de warme zuidenwind tegen. Het meer tempert, en het geheel wordt omgeven door lage bergen waartussen de winden uit zee waaien. De Tramontana uit het noorden, de Maestrale uit het westen en de Grecale uit het oosten. Ze verkoelen,  nemen het zilte van de zee mee en beschermen tegen schimmelziektes. Als het in de zomer overdag 36 graden is, koelt het hier ’s nachts af tot 12 graden.’ We vernemen voordat dat de bodem uit verweerd graniet en zand bestaat. In tegenstelling tot de zuidkant van het eiland waar deze uit kalk, kalksteen, klei en zand bestaat. Het klimaat is warm en normaal is er weinig neerslag (2018 vormde een uitzondering.). Voor vermentino is het belangrijk dat het ’s nachts afkoelt, voor behoud van zuren en aroma. Zo krijgen de wijnen een opwekkende smaak, vaak mineraal met iets ziltigs, en aroma’s van witte bloemen en fruit. Renato: ‘Bij overrijpheid ruikt de Sardijnse vermentino naar tropisch fruit en banaan, en de structuur wordt romig; de wijnen van hier ruiken gewoonlijk naar amandelbloesem en mandarijn. De bodem zorgt voor mineraliteit, maar soms kunnen de wijnen wat zuur missen’.
We stappen in de auto en rijden naar de Jankara wijngaard. De naam komt van twee percelen, Karana, de wijngaard van zijn ouders en Jannaghe voor het stuk dat hij zelf heeft toegevoegd. Gisteren waren ze er nog aan het plukken, nu zijn de schapen van een bevriende herder er aan het werk. Deze doen een soort voorsnoei en en passant bemesten ze. Als de stokken in januari gaan uitlopen worden de schapen gevaarlijk voor de jonge knoppen en moeten ze de wijngaard uit. Tussen de rangen lijkt het terrein geploegd. ‘Nee dat zijn de everzwijnen, ik weet ook niet wat zoeken, maar ze woelen wel de aarde om.’ De wijngaard wordt  omzoomd door kurkeiken (rechts). Renato: ‘Sardinië is met Portugal de grootste kurkproducent. Portugal is alleen veel verder met het maken van kwaliteitskurken. Alle kurk bevat sporen van TCA (besmetting met een schimmel of bacterie waardoor de wijn naar kurk gaat smaken), het gaat erom dat die er goed uitgewassen wordt.’  We rijden naar een nieuwe wijngaard waar Renato zijn toekomstige kelder wil bouwen. Een gedeelte is ontgonnen en al aangeplant. Het is een indrukwekkend gezicht om de verwijderde granietblokken eromheen te zien liggen. Het begin van een kelder is ook al gegraven. Maar hij moet wachten met bouwen totdat hij een vergunning heeft. En dat duurt al bijna twee jaar. We eindigen in de Lu Nieddu  wijngaard, een halve hectare groot, en het meer een soort achtertuin. Behalve de eerder genoemde bejaarde 85plus blauwe druiven blijken er ook muscat en vermentino te staan. Zoals in veel oude wijngaarden zijn blauw en wit door elkaar geplant. Maar tot onze verbazing oogst Renato de witte niet. Lu Nieddo betekent ‘de zwarte’, het is ook de achternaam van de mede-eigenaar en de naam van de cuvée. ‘s Ochtends vertrekken we in de stromende regen en rijden via Alghero (foto kade) en de westkust naar Tenute Dettori. Waar we door vader Paolo worden ontvangen. Zij zijn net klaar met oogsten. We proeven eerst wat 2018 in de kelder (links) .  Vermentino sap dat al bijna wijn is geworden. Druivig en zoet met een zilte mineraliteit. In de flessenkelder liggen er nog uit 2000… Paolo: ‘Vorig jaar proefden we ze tijdens een bijeenkomst van Renaissance hier op ons domein. Nicolas Joly ging helemaal uit zijn bol. En vertelde dat hij voor zijn oude dag graag een paar hectare wijngaard op Sardinië zou kopen Dan gaan we naar het eigen restaurant om de wijnen op fles te proeven. We beginnen met de 2017 Dettori bianco. Goudgeel van kleur. Gespierd, met rijp bijna gekonfijt fruit, kruidig, zilt en mineralig. Paolo legt uit dat er drie soorten vermentino bij Dettori groeien: een die kleine druiven geeft, en twee met wat grotere; waarbij bij de ene de schil groen blijft en de andere goudgeel wordt. De diversiteit draagt bij aan de complexiteit van de wijn. De most vergist 6 à 7 dagen met de schillen er wordt niets oegevoegd. Na de gisting worden schillen en sap gescheiden en rijpt de wijn verder in betonnen cuves. Er staat 16 procent op het etiket. We leggen uit dat sommige van onze klanten daar moei te mee hebben. Weet je wat je ze moet zeggen?’ Paolo (rechts) gaat er even voor zitten. ‘Wijnen worden niet minder verteerbaar door een hoog alcoholpercentage, maar door sulfiet en andere rommel die ze aan de wijn toevoegen. Ik zie het zo vaak hier in het restaurant. Dat gasten eerst aarzelen maar daarna met gemak samen een fles leegdrinken en toch weer fris opstaan. Nee, neem dan sulfiet. D at maakt je suf en duf en je krijgt er een droge mond en hoofdpijn van.’ We proeven voorts  diverse witte en rode wijnen (van een oude variant cannonau). En eindigen met een van de laatste flessen Moscadeddu een passito van muskaatdruiven. Het is een overtuigende serie. En ook wij vragen ons af  waarom veel liefhebbers van Italiaanse wijn wel weglopen met Amarone uit Valpolicella – die om een hoog alcoholpercentage en restzoet te krijgen vaak in wijngaard en kelder in elkaar worden geknutseld – terwijl deze natuurlijk gemaakte Sardijnse wijnen bijna hetzelfde evenwicht hebben in het strafbankje worden geplaatst. Drink ze bij een mooie pâté, een stoofschotel, een kaasplateau, bij de open haard, op zondagmiddag na een boswandeling.  We nemen afscheid en gaan op advies van Paolo naar Castelsardo waar een neef een goed restaurant heeft (Il Cormorano, bestekje in GaultMillau) en diens broer een hotel (Baga Baga) met goed restaurant en uitzicht op zee. Wij worden er als vrienden ontvangen. En proeven aan tafel nog vele Vermentino’s.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

SCHILDERIJ VAN DE MAAND

Heb je ook zo’n zin in het voorjaar? Dit in de Provence gemaakte schilderij brengt de lente in huis. Vorig jaar heb ik vanuit Aix-en-Provence een deel van de zogeheten Route Cézanne gevolgd die grotendeels langs het Montagne Sainte-Victoire loopt, het massief dat Paul Cézanne tientallen keren kleurrijk heeft vastgelegd. Even opzij van de route – waar ook een wijndomein ligt – zag ik een prachtig beeld dat inspireerde tot bovenstaande impressie.
www.vinpressionist.com

 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

Het onmogelijke boek

‘Monsieur Duuikèr, het boek dat u wilt maken kán niet worden gemaakt. Daar is ons gebied te ingewikkeld voor.’ Met deze woorden heette Robert Drouhin van de wijnfirma Joseph Drouhin mij welkom in zijn kantoor te Beaune. Het was, tijdens de warme zomer van 1976, mijn allereerste werkafspraak voor De Grote Wijnen van Bourgogne. Ik heb me door Drouhin niet laten ontmoedigen.

HET ARCHIEF SPREEKT

Met mijn vrouw Julie en onze jonge kinderen (Patrick vijf, Melanie twee) logeerde ik enkele weken in het lage deel van Saint-Romain, een door toeristen vergeten gehucht met destijds één winkel en één café. Mijn dagen waren extreem gevuld met bezoeken aan tientallen wijndomeinen, wijnhuizen en een enkele coöperatie, in Beaune en alle andere wijngemeenten van de Côte d’Or, alsmede in de even zuidelijker liggende Chalonnais. Voor Julie en de kinderen was het verblijf in Saint-Romain een soort nachtmerrie, of beter gezegd dagmerrie, want in dat dorp viel helemaal niets te beleven en vervoer hadden ze niet. Een kleine troost vormde de heerlijke, gezellige, zondagse lunch bij sterrenzaak Lameloise in Chagny, waar onze kleintjes voor hun voorbeeldige tafelmanieren werden gecomplimenteerd door de Amerikaanse wijnimporteur van Mouton Cadet. Later zou ik in mijn eentje nog reizen door Chablis, Mâconnais en Beaujolais.

Alle inspanningen – ook van de briljante fotograaf Peter van der Velde en de net zo begaafde ontwerper Will van Sambeek – resulteerden in een boek dat zowel in Nederland als Frankrijk (beste wijnboek van het jaar), Duitsland, Engeland en Amerika alom waardering ontving. Op de foto word ik erover geïnterviewd door Mies Bouman, die ik tot haar grote vreugde een exemplaar had gegeven.
Een paar decennia later bracht een reis door Maryland ons naar het huis van Robert (‘Bob’) Parker. Per telex (fax bestond nog niet, laat staan e-mail) had deze wijngoeroe ons te logeren gevraagd. ’s Avonds, met beide gezinnen aan tafel, vroeg onze gastheer: ‘Weet je waarom ik je heb uitgenodigd? Omdat ik dankzij een van jouw boeken aan de wijn ben geraakt.’ Waarna Bob vertelde hoe hij als rechtenstudent en ‘langharige, Coca-Cola drinkende hippie’ in Parijs een vertaalde versie van De Grote Wijnen van Bourgogne te pakken kreeg. Het boek boeide hem zo dat hij op de trein stapte naar Beaune, daar voor het eerst in zijn leven wijn ging proeven – en dat vervolgens is blijven doen. In oktober 1990 zond Bob mij zijn eigen bijbelachtige boek over Bourgogne, met daarin deze handgeschreven opdracht ‘Dear Hubrecht – To this century’s greatest wine writer. Many thanks for everything, you have love from those that care. Robert.’ En Robert Drouhin? Die had me al eerder breed glimlachend de hand gereikt en ruiterlijk toegegeven dat ik het onmogelijke boek toch had gemaakt.

*Een stuk of 25 andere beschreven herinneringen staan in de rubriek ’Het archief spreekt’.

 

 Dit is een etiket van een halfzoete witte wijn uit Tadzjikistan, een van de armste landen ter wereld. Het is gelegen in Centraal Azië en grenst aan zowel China als Afghanistan. Dit land is zeer bergachtig en heeft negen miljoen inwoners. Eind juni 2018 was er een aanslag van terroristen op zeven fietstoeristen waarbij vier mensen om het leven kwamen, waaronder een Nederlander. En zowaar, men maakt er dus ook wijn. Aldus de toelichting van Bert Wentzel, jokebertwentzel@gmail.com uit wiens wereldomvattende etikettenverzameling dit label afkomstig is.

.

.

.

.

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website en dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.