V

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~


STRAATJES OM
in
STRAATSBURG

Als enigen in de hele stad genieten van orgelklanken in een minstens vijfhonderd jaar oude kerk waar het licht naar binnen schijnt via grandioze glas-in-lood ramen, dat gebeurde ons zomaar in Straatsburg, op een vroege vrijdagmiddag. Het onverwachte concert vond plaats binnenin de van buiten witte Saint-Guillaume, een protestants godshuis waar ook Albert Schweitzer op het orgel heeft gespeeld, overigens het enige orgel in Frankrijk dat op rails staat. Zodat het verschoven kan worden om ruimte te maken voor het eigen, sinds 1885 zingende koor. Waarom toeristen hier niet komen? Omdat de kerk niet in het door de Ill omringde stadshart staat, maar aan de overzijde van dit door de oostelijke Elzas (en langs het fameuze driesterren restaurant Auberge de l’Ill) stromende riviertje. Het is dus op die oever dat de Saint-Guillaume werd gebouwd, schuin achter een van de kades en bruggen – en maar weinig bezoekers van Europa’s hoofdstad wagen zich over het water. Daarom wordt ook de Cour du Courbeau, een paar honderd meter in zuidwestelijk richting langs de Quai des Bateliers, meestal over het hoofd gezien. Terwijl deze bij een hotel behorende, intieme binnenplaats een prachtig voorbeeld vormt van 17e-eeuwse Renaissance architectuur, met houten balustraden en een verbindende loopbrug (links). Evenmin bekend bij de veel toeristen is de door Duitsland ontworpen en gebouwde Neustadt, eveneens aan gene zijde van de Ill. Nadat Frankrijk de in 1870 zelf geïnitieerde oorlog met Pruisen verloren had, werd Straatsburg geannexeerd door het Duitse rijk. Keizer Wilhelm I maakte de stad tot een prestigeproject, en deed er een compleet nieuwe wijk te laten verrijzen vol majestueuze gebouwen die ook in Berlijn hadden kunnen staan. Een paleis (foto rechts), een theater, een universiteitsbibliotheek en andere panden kregen gestalte rond het plein dat sinds 1918, het jaar dat de Duitsers vertrokken, Place de la République wordt genoemd. Achter het plein kwam een woonwijk met diverse panden in Jugendstil. De gehele Neustadt is goed bewaard gebleven, en kreeg anno 1988 de status van Unesco werelderfgoed.
Waarvoor de talloze bezoekers van Straatsburg dan wel komen? In de eerste plaats voor de kathedraal waar ‘s ochtends (tot 11.15, daarna gaan de deuren anderhalf uur dicht) een ontmoedigende rij wachtenden staat. Op het plein ervoor vind je stalletjes met karikaturisten, en er speelt altijd wel een straatmuzikant. Aan de buitenzijde is de kathedraal, waaraan bijna vierhonderd jaar werd gebouwd (om uiteindelijk gereed te komen in 1439), net zo indrukwekkend als van binnen. Neem alleen al de rijke reliëfs boven de rood beschilderde toegangsdeuren: beeltenissen die het passieverhaal vertellen. De ene nog resterende, achthoekige punttoren reikt tot 142 meter, en maakte de kerk tot laat in de 193 eeuw het hoogste christelijke gebouw ter wereld. Eenmaal binnen word je stil van de overweldigende immensiteit. Er is ook van alles te zien. Waaronder een 14e-eeuws orgel, hoog tegen pilaren, een astronomische klok (die dagelijks om half een tot leven komt), een pilaar met engelen, tientallen glas-in-lood ramen, een weelderig beschilderde koepel en een subliem roosvenster. De moedigen zouden nog naar het panoramaplatform kunnen lopen, via zo’n 330 traptreden – heen en terug.
Waarheen nu? Binnen het historische stadshart, dat in feite een eiland vormt omgeven door de Ill, is in alle richtingen veel te zien. Om kennis te nemen van wat er langs het riviertje zelf te genieten valt, verdient een rondvaart een warme aanbeveling. Tickets kun je kopen in de winkel van Batoramaop het Place de la Cathédrale (naast het toeristenbureau). Vergeet echter niet om op het plein eerst het Maison Kammerzell te bekijken. Dit grotendeels bruine, hoge hoekpand kreeg zijn huidige vorm in 1789, en telt 75 ramen in fraai gedecoreerde kaders waarmee verhalen worden verteld (detailfoto links). En binnenin zijn fresco’s te zien. Heb je boottickets, wandel dan via de gezellige, terrassenrijke Rue du Maroquin naar de steigers. De vaartocht duurt ruim een uur en voert langs zowel allerlei fraai oude gebouwen, waaronder de Ancienne Douane, als langs eigentijdse panden, met name die van de Europese Unie. En bij Petite France (waarover later) wordt even gepauzeerd in een tweetal sluizen. De vertrek- en aankomststeiger ligt schuin achter het Palace Rohan, een voormalig bisschoppelijk paleis dat te voet een volgende etappe zou kunnen zijn. Het complex herbergt drie musea. Wij hadden ons verheugd op het Musée des Beaux-Arts. Doch behalve op dinsdag, de vast sluitingsdag, bleek het óók op donderdag en vrijdag dicht te zijn. De reden? ‘Vanwege veiligheid’, wat waarschijnlijk staat voor ‘niet voldoende suppoosten’. Daar stonden we dan, met onze City Pass tickets in de hand. Onvoorstelbaar, zoniet schandalig. Als alternatief hebben we in hetzelfde gebouw het Musée des Arts Décoratifs bezocht. Voor het grootste deel bleek dit te bestaan uit historisch ingerichte paleiszalen en -vertrekken. Waaronder een bibliotheek met twee grote koningsportretten en de speciaal voor Lodewijk XV ingerichte slaapkamer waar hij in oktober 1749 overnachtte. Een kleinere sectie van het museum toont o.a. serviesgoed, inclusief terrines waarop trompe-l’oeuils werden aangebracht. Gelukkig zagen we later op de dag veel beeldschone beeldende kunst, vanaf 1870, in het Musée d’Art Moderne et Contemporaine (kijk bij ‘Galerie & Musea’).
Loop je vanaf de kathedraal in westelijk richting, door de winkel-, eet- en drinkstraat Rue Mercière (kijk even achterom om nogmaals de voorgevel van de kathedraal te bewonderen), dan bereik je al snel het Place Gutenberg, waar veelal boekstalletjes staan rond het standbeeld van de besnorde uitvinder van de boekdrukkunst. Verder westelijk, de rivierkades volgend, ligt Straatsburgs beroemde eilandjeswijk Petite France (foto’s rechts). Die naam lijkt liefkozend, maar refereert echter aan de ‘Franse ziekte’ ofwel syfilis, waarvan de lijders naar deze wijk werden gebracht. Vandaar dat veel daken daar grote openingen hebben, bedoeld voor een optimale ventilatie ten behoeve van de huid. Van de ellende van weleer is nu niets meer te zien. Petite France is nu en en al charme, met vakwerkhuizen, sfeerrijke straatjes, enkele kleine pleinen, een draaibrug en de enige vier verdedigingstorens van de tachtig die Straatsburg ooit telde. Een speciaal bouwwerk is de Barrage Vauban, een dam met niet alleen vensters, maar ook een uitzichtterras. Even voorbij de vierde toren, aan gene zijde van Ill en vlakbij het eerder genoemde museum voor moderne kust, bezochten we een ontspannen lunchadres, Abattoir Café. Waar je in een sobere, ontspannen ambiance, geen toerist te zien, terecht kunt voor een hele goede, royale tarte flambée gratinée en daarbij een glas Sylvaner Vieilles Vignes van Joseph Hauskeller (samen €12). Wie vanuit het café de kades in min of meer noordelijk richting volgt, komt vanzelf terecht bij de grote, hoge shopping mall Les Halles (120 winkels en eetgelegenheden). Daar de Ill oversteken via de brede trambaanbrug, en je ziet al snel de markante, glimmend metalen voorgevel van het warenhuis Printemps, met ervoor het deels door een open koepelrand overdekte Place de l’Homme du Fer waar diverse bus- en tramlijnen elkaar kruisen. Het is nu slechts enkele stappen naar het Place Kléber, het naar een Napoleontische generaal genoemde, ruime, rechthoekige plein, altijd levendig – en het hart van de stad (links) Bij warm weer spelen kleine kinderen er graag tussen de lage spuitende fonteinen. En het pleinbrede gebouw Aubette biedt onderkomen aan enkele cafés en allerlei winkels, waaronder die van Apple en… Hema. Voorbij het Place Kléber in oostelijke richting is ook het nodige te ontdekken. Het Place Broglie bijvoorbeeld met zijn kleine groente- en fruitmarkt, alsmede het door terrassen geflankeerde Place Saint-Etienne, en het bijkans verscholen Place du Marché (foto rechts) waar wederom terrassen liggen, en een enorme kei. Het moge duidelijk zijn dat struinen en varen door Straatsburg een hoogst plezierige, tweedaagse ervaring kan zijn.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

SCHILDERIJ VAN DE MAAND
Een van mijn grootste schilderijen, het bedekt deels de toegangsdeur naar mijn wijnopslag,
toont een nostalgisch, zeer zomers beeld getiteld ‘Bloemenmeisje op een mooie zomerdag van toen
‘.
Als model fungeerde min of meer onze kleindochter Charlie die lang en blond is, en graag een hoed draagt.
De locatie is een straatje in het Edam van pakweg een eeuw geleden.

 

 

‘We willen alles helemaal zelf blijven doen’ is het motto van Gert Jan Voortman en zijn partner Diana van der Biezen. Vandaar dat ze er niet aan moeten dénken om medewerkers of vrijwilligers aan te trekken – laat staan om hun Wijngoed Gelders Laren van 2 hectare uit te breiden. Het bewerken van de plusminus zesduizend daarop staande stokken vergt nu al zo’n zevenhonderd uur per jaar. Bovendien zijn beiden nauw betrokken bij Neerlands Wijnmakerij in Bentelo, waar samen met Roelof en Ilse Visscher de wijnen worden gemaakt en gebotteld voor circa veertig wijndomeinen, zelfs enkele buitenlandse (‘die met resistente rassen werken waarmee zij geen ervaring hebben, maar wij wel’).  Na hun succesvolle bedrijf voor personeels consultancy streken Gert Jan en Diane vijftien jaar leden  in Laren neer, waar ze een landgoed van acht hectare kochten, met daarop een vervallen boerderij. Op aanvankelijk 1 hectare werden in 2005/2006 de eerste druivenstokken geplant: cabernet blanc en solaris als witte, cabertin, pinotin en regent als rode. Om het vak van wijnbouwer te leren hadden beiden stages gelopen op het wijngoed Hof van Twente dat aan hun vrienden Visscher behoort. De eerste oogst gaf zulke goede wijnen dat er een hechte samenwerking ontstond met driesterren restaurant De Librije. Dit nam aanvankelijk zelfs alle drie- à vierduizend flessen af. Die als merk kregen Kus van Thérèse en zowel in het restaurant als de bijbehorende winkel werden verkocht. ‘Als onze wijnen in een wijnarrangement zitten, merken we dat meteen aan de doos verkopen.’ Voor additionele afnemers kwam er in 2010 een tweede hectare bij. Behalve De Librije voeren nu ook De Swarte Ruijter en vier andere gerenommeerde restaurants wijnen uit Gelders Laren. En de ogen zijn nu op het westen gericht, mede gezien de grootste oogst ooit, de veertienduizend flessen van het uitstekende jaar 2018. Gert Jan en Diane zijn vol goede moed, in de wetenschap dat véél zorg wordt besteed aan het verkrijgen van een optimale kwaliteit – wat begint in de wijngaard. Onder meer via het uitdunnen van de trossen en het stapsgewijs oogsten ‘wat soms wel 22 dagen duurt’. Van de recentste oogst (waarin ook wat 2017 werd verwerkt) heb ik de Coulisse wit geproefd, een melange van solaris en cabernet blanc. Het bleek een echt smakelijke wijn te zijn, aangenaam fris, sappig bovendien, goed gevuld en met schakeringen van o.a. perzik en andere milde citrusvruchten, plus wat wit fruit en snufjes van zowel kruiden als specerijen. Iets zoeter presenteerde zich de licht parelende Coulisse Cabertin rosé mousserend 2018, een leuk alternatief voor Prosecco, met rijp rood fruit van o.m. aardbeien en frambozen in zijn aroma. Waar je dit lekkers uit Laren kunt vinden? Op slechts enkele adressen, voor doorgaans rond de €12,50 per fles. Zie www.wijngoedgelderslaren.nl.


~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

Voor de vierde keer heb ik bijgehouden van wat er gebeurt als je ÉÉN LETTER VERKEERD typt in een woord. Voor www.hubrechtduijker.com schrijf ik elke maand zo’n 10.000 woorden, wat neerkomt op ongeveer 50.000 aanslagen. Dus daar slipt het nodige door. Ziehier de oogst van het eerste half jaar.

……..bessen werden bassen
slagroomtaart werd slagroomstaart
wijnbouwer werd wijkbouwer
hartelijke groet werd hatelijke groet
vatopvoeding werd vatopvoering
getiteld werd getieteld
druivenrassen 
werd druivenbrassen
wijnhuis werd wijnluis
roestvrij staal werd roesvrij straal
tapas werden papas
rood werd rook
rook werd rood
schakeringen werden schakelingen
tarbot werd tarot
wijnwerk werd wijnkerk
biefstuk werd briefstuk
geschonken werd beschonken
blinde proeverij werd blinden proeverij
Wijnkring w
erd Wijnkreng
zwaartekracht werd zwartekracht
kalksteen werd kaksteen
goed gevuld werd goed gevild
liefhebbers werden lieghebbers
kip werd kop
Best uit de test
werd Beest uit de test
druiventeler werd druiventeller

Ik ben benieuwd wat de komende maanden gaan brengen…

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

 

De schitterende kelders onder het historische, 15e-eeuwse raadhuis van Bremen herbergen een achttal zalen, veelal in gebruik als restaurants voor allerlei gelegenheden. In de Apostel- en Rose kelder ligt een dozijn eiken vaten, zes aan beide zijden, met eeuwenoude wijnen. Waaronder, in het Rose fust, een beroemde Rüdesheimer wijn uit 1653. ‘Rose’ was vroeger een aanduiding voor een zeer hoogwaardige wijn. In de bijbehorende wijnwinkel zijn tal van eigentijdse Duitse wijnen te koop met eigen Ratskeller etiket. Aldus de toelichting van Bert Wentzel, jokebertwentzel@gmail.com, die dit label selecteerde uit zijn omvangrijke verzameling.

 

 

.

.

.

.

Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website en dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.