CULINAIRE COMBINATIE
Huize Duijker werd eventjes een filiaaltje van La Tour d’Argent. Want voor het eerst in lange tijd trakteerde mijn vrouw vorige maand op gebakken eendenborst (van tamme eend) met een rijk garnituur en een rode, wijnachtige jus. Een daarbij perfect passende wijn was de Von der Mark-Walter Spätburgunder 2020 uit Baden. Behalve sappig, soepel en vlezig smaakte deze zacht frisse Zuid-Duitse wijn op bijna zwoele wijze naar rijpe zwarte vruchten en bessen, terwijl dankzij vatlagering een zachte rokerigheid discreet aanwezig was. Overigens had cuisinière Julie ook wat wijn in de jus verwerkt, wat het geheel nog meer deed harmoniëren. En de wijnmaker? Dat is de hoogst bekwame Jürgen van der Mark (rechts), een afgestudeerde oenoloog die ook Duitslands eerste Master of Wine werd. Ik kocht de wijn bij www.schaapveld.nl in Zutphen, maar ook ander leden van www.lesgenereux.nl voeren ‘m. Flesprijs €10,95.
CULINAIRE COMBINATIE
Er lijkt een eeuwig durende discussie gaande te zijn over de vraag welke witte wijn de beste is bij verse witte asperges. Pinot Blanc/Weissburgunder? Droge Riesling? Verdicchio? Sauvignon Blanc? Verdejo? Grüner Veltliner? Proefondervindelijk, en dat letterlijk, heb ik een favoriet gekozen, de Dopff Cuvée Julien, een kostelijke Crémant d’Alsace die werd samengesteld uit gelijke delen pinot blanc en de daarmee verwante auxerrois. Een bubbelwijn die zo goed is dat hij geschonken wordt in Auberge de l’Ill, een toprestaurant in de Elzas. Bij onze eerste, door mijn Julie (hoe toepasselijk haar naam hier) bereide. heerlijke asperges schotel van dit jaar kwam de Cuvée Julien wederom ter tafel – een dat was opnieuw genieten. De wijn bood fijne belletjes, schuimde flink en toch beschaafd, en bood in zijn levendige smaak o.a. mild wit fruit en een hintje anijs. Deze www.monnik-dranken.nl geïmporteerde wordt verkocht door wijnhandels aangesloten bij www.uwtopslijter.nl en www.mitra.nl, voor €15,99 à €16,49
******************************************************
portret van
PALERMO
Het was vanaf een boot dat de Italiaanse journaliste Alice Ida de stad Palermo voor het eerst zag – en er haar hart aan verloor. Ziehier haar portret van deze prachtige plaats, de hoofdstad van Sicilië.
Palermo geniet van een onmiskenbaar gunstige geografische ligging, in het hart van de Middellandse Zee. De stad ligt ingeklemd tussen bergen en water, op een vlakte die toepasselijk de Conca d’Oro heet (Gouden Kom). Niet alleen vanwege de strategische positie, maar ook vanwege de winderige zomers, milde winters en weelderige vegetatie hebben Feniciërs, Romeinen, Arabieren, Spanjaarden en Noormannen zich er gevestigd en hun sporen nagelaten. Vandaar de vele monumenten en verschillende architecturen, met als opmerkelijkste de Arabische-Normandische die dateert uit de middeleeuwen. Zo werden de kathedraal en de San Cataldo kerk met zijn drie rode koepels (links) in deze stijl gebouwd, en vallen nu onder Unesco Werelderfgoed.
Net als veel andere Italianen zijn ook de Palermitanen trouw aan hun tradities en riten, zoals die van de patroonheilige Rosalia. De mooie Rosalia werd gedwongen een prins te huwen, maar aan de vooravond van haar huwelijk kreeg ze een visioen van Jezus en weigerde te trouwen. Ze knipte haar vlechten af en vluchtte naar de Monte Pellegrino, waar ze verder zou leven als kluizenaar. Op 15 juli 1624, bijna vijfhonderd jaar na haar dood, werden haar beenderen gevonden in een grot. En juist nadat men haar botten overgebracht naar Palermo, werd de stad verlost van de toen heersende pestepidemie. Nog steeds vindt daarom elk jaar rond 15 juli een meerdaags festival ter ere van Rosalia plaats, en in september lopen pelgrims naar de Monte Pellegrino, waar in een heiligdom (rechts) haar relikwieën bewaard worden. Aan het eind van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste beleefde Palermo haar belle époque. Symbool voor deze periode is de saga van de familie Florio, een plaatselijke ondernemersfamilie. Wat begon met een winkeltje in kruiden en specerijen resulteerde in een imperium met tonijnvisserijen, scheepsrederijen, zwavelmijnen en wijngoederen (in Marsala). De Florio’s groeiden uit tot een van de rijkste families van Italië, en hun naam zie je veelal op Sicilië terug: van de luchthaven Vincenzo Florio (Trapani) tot de Targa Florio, een beruchte autorace. Aan de rand van Palermo ligt, pal aan zee, het Casa Florio dat bestaat uit een bombastisch palazzo en een voormalige tonijnvisserij. Een rondleiding geeft je een goed beeld van de letterlijk rijke geschiedenis van deze bijzondere familie. Let vooral ook op het schitterend bewerkte boogplafond in de grote zaal.
Met de Eerste Wereldoorlog maakte de belle époque plaats voor een tijdperk van strijd en bloedvergieten. Decennialang was de stad getuige van drama en ellende, en raakte in verval. Terwijl de rest van het land in rustiger vaarwater verkeerde, kampte Sicilië tot in de jaren tachtig en negentig nog met een oorlog tegen de maffia. Maar Palermo wist te herrijzen. Beetje bij beetje begon ze haar eigen schoonheid weer te waarderen en vooral te koesteren. De enigszins afgelegen, nimmer afgebouwde kerk Santa Maria dello Spasimo, waar lange tijd vuil werd gestort, behoort na een renovatie tot een van de vele juweeltjes van de stad. Tegenwoordig worden er regelmatig uitvoeringen gegeven (foto links). Voorts besloot het stadsbestuur om de commerciële haven te verplaatsen naar een locatie buiten de stad, en om de boulevard opnieuw in te richten.
Als we het hebben over plaatselijke restauratieprojecten, mogen we het Palazzo Butera niet vergeten, een enorm 18e-eeuws gebouw in de Arabische wijk Kalsa. De Milanese kunstverzamelaar Massimo Valsecchi kocht het pand in 2016, renoveerde het, en stelde het open voor publiek. In dit imposante palazzo (grote foto) maak je kennis met de geschiedenis van drieduizend jaar immigratie naar het eiland, en de invloed daarvan. Valsecchi stelt er tevens zijn bijzondere kunstcollectie permanent tentoon en organiseert tijdelijke exposities. Naar eigen zeggen is hij daarbij ‘gedreven door de liefde voor de stad en mijn ambities om in haar te investeren’. Liefhebbers van de prehistorie en de oudheid moeten beslist een bezoek brengen aan het archeologisch Museum Salinas, gevestigd in een 17e-eeuws klooster. Hier vind je een grote collectie archeologische vondsten – waaronder kunstvoorwerpen – uit Carthaagse en Griekse nederzettingen. Palazzo Drago (foto salon) neemt je mee naar tijden van weleer, waarin rijke Palermitaanse families als de familie Drago, die het pand in 1714 aanschafte, vrienden imponeerden met prachtige plafondschilderingen.
Arancina of arancino? Hoe je deze gefrituurde rijstbal noemt, is een eeuwigdurende discussie tussen het westen en oosten van Sicilië: in Palermo bestel je een arancina, in Catania een arancino. Beide delen zijn het er echter absoluut over eens dat deze lekkernij (foto rechts) in elk geval op 13 december, de naamdag van Santa Lucia, gegeten dient te worden. Over eten en drinken gesproken, in het centrum van Palermo serveert de sober ingerichte wijnbar Dal Barone, een bijkans verborgen juweeltje, natuur- en biologische wijnen, vergezeld door regionale hartigheden (Via Alessandro Paternostro 87). En Mauricio Zillo, de sterchef van Gagini, toont in een rustieke ambiance zijn creativiteit via eigentijdse gerechten op basis van mediterrane ingrediënten. Absolute aanrader (Via Cassari 35). Genieten van zowel een groots uitzicht over het historische stadshart als van typisch Siciliaanse schotels kan vanaf het terras van restaurant Seven (foto onder, Via Roma 111).
De in Palermo geboren schrijver Giuseppe Tomasi di Lampedusa, bekend van het boek Il gattopardo (De tijgerkat), liet de wereld kennismaken met de fascinerende adel van de Siciliaanse hoofdstad. Het verhaal over het leven van zijn grootvader, die als Siciliaanse prins worstelt met ontwikkelingen rondom de eenwording van Italië en de ondergang van de adel, leek aanvankelijk voor niets op papier te zijn gezet – geen uitgever wilde het publiceren. Echter, een jaar na Tomasi di Lampedusa’s dood werd Il gattopardo in 1958 alsnog uitgegeven en vijf jaar later wereldberoemd toen Luchino Visconti het verfilmde. Zowel het boek als de film geven een inkijkje in de Siciliaanse ziel.
Dankzij een door Liselotte van Leest vertaalde en geredigeerde versie verscheen het grootste deel van dit portret van Palermo eerder in het tijdschrift De smaak van Italië (www.desmaakvanitalie.nl). Waarna een zekere vinpressionist het actualiseerde, bewerkte en uitbreidde met o.a. onderstaande tips voor wijnliefhebbers.
VINEUZE UITSTAPJES
In het kustdorp Casteldaccia, niet ver oostelijk van Palermo, kunnen wijnliefhebbers terecht bij Duca di Salaparuta, een van Sicilië’s toonaangevende producenten. Speciaal voor bezoekers heeft men een designachtige ontvangstruimte met wijnwinkel gecreëerd, terwijl je ook diverse soorten rondleidingen kunt volgen, zoals door de sfeervolle vatenkelders. Het proeven waard is zeker de frappant frisse, enigszins hartige Kados, net als de dimensierijke topwijn Duca Enrica, een pure Nero d’Avola. Ook de witte en rode versies van de succesvolle Siciliaanse merkwijn Corvo vormen plezierige ontdekkingen
In Partinico, ten zuidwesten van Palermo, bevindt zich het minimalistisch en tegelijk fraai vormgegeven hoofdkwartier van Cusumano. Dit werd eigentijds geëquipeerd, en ligt deels ondergronds. Het domein bracht tientallen jaren alleen bulkwijn en mostconcentraat voort, maar met de komst van een nieuwe generatie – de gebroeders Alberto en Diego Cusumano – werd sinds de eeuwwisseling de koers stapsgewijs verlegd naar kwaliteit. Met succes, getuige de tientallen medailles en andere wijnbekroningen. In de beginjaren besteedden Alberto en Diego al hun energie en geld aan het verbeteren van bestaande wijngaarden en het planten van nieuwe. De druivenakkers, momenteel ruim 500 hectare tellend, liggen verspreid over het hele eiland. Cusumano werkt voornamelijk met autochtone druivensoorten. De witte Alcamo (genoemd naar een gebiedje met die naam) bevat een meerderheid van Sicilië’s meest geteelde druif, catarratto, aangevuld met grecanico en een restje andere rassen. In het het eigen, designachtige proeflokaal schonk men hem bij allerlei hartige hapjes, waaronder ham en kaas, maar mijn notities eindigde ik met ‘perfecte viswijn’. Want de smaak is fris en sappig, met schakeringen van citrusfruit, groene appel, specerijen en een heel klein, plezierig bittertje. De eveneens witte Angimbè, een kostelijke compositie van insolia en 30 procent chardonnay, is wat voller en notiger, en zou fraai kunnen samengaan met kalfsvlees, kalkoen of stevige soorten vis. De donkerrode Benuara tenslotte, waarvoor voornamelijk syrah plus wat nero d’avola en werden gebruikt, valt op door zijn vooral bessige, vlezige, karaktervolle smaak, en doet verlangen naar zowel een mooi stuk rundvlees als een hazenpeper, terwijl hij ook beste amici is met harde Siciliaanse kazen.
******************************************
SCHILDERIJ VAN DE MAAND
Het is ongeveer een week in wording geweest, mijn geschilderde herinnering aan het bijkans legendarische wijndomein Ornellaia. Dat gelegen is in de kustzone van Toscane, en dat ik tijdens twee van mijn wijncruises heb mogen bezoeken. Het werk – gebaseerd op ongeveer twintig jaar geleden gemaakte foto – vroeg veel tijd vanwege de vele elementen die het bevat, waaronder druivenstokken, boompartijen, begroeide heuvels, een wijnkelder en markante, schaduw en dimensie biedende boombladeren. Behalve acrylverf heb ik verzachtend pastelkrijt gebruikt. Voor meer details over ‘Wijngoed in Toscane’ zie Landschappen op ww.vinpressionist.com.
MEMORABELE MAALTIJDEN (8)
Genoten door Hubrecht Duijker
Het was in april 1978 dat ik een wijnreis maakte naar de Valais, in zuidelijk Zwitserland. Na afloop daarvan kon ik de verleiding niet weerstaan om te gaan lunchen bij Frédy Girardet die door o.a. Gault-Millau uitgeroepen was tot ‘le meilleur chef du monde’. Ziehier mijn verslag van 45 jaar geleden.
Het is een zeer Frans hoofdgerecht dat daarna wordt gebracht, canard Nantais au vin de Brouilly. De eend, drie filets, smaakt kostelijk, net als de wijnsaus, terwijl op het gloeiend hete, fraai opgemaakte bord tevens gebakken aardappeltjes, spinazie, worteltjes en gebakken uitjes te vinden zijn. Als wijn adviseert Louis de Dôle Fin Bec Tête de Cuvée 1976 van Michel Clavier. Het blijkt een krachtige, rijp fruitige creatie te zijn die goede vrienden wordt met zowel de eend als twee van de zeker 25 Zwitserse kazen erna.
In het begin van de 20e eeuw waren veel joden actief in de wijnhandel te Amsterdam. Zij hadden goede contacten met Duitse wijnhandelaren, ook veelal van joodse komaf. Na de Kristallnacht van november 1938 werden in Duitsland aan joodse wijnhandelaren in steeds meer export beperkingen opgelegd. En, anno 1940, na bezetting van Nederland, maakten de Nazi’s het de joodse wijnhandel Kempinski in de Amsterdamse Leidsestraat het bovendien onmogelijk om wijnen te importeren, te bottelen en te verkopen. Zij kregen te maken met beroepsverboden, plunderingen en tenslotte sluitingen. Aldus de toelichting van de grote verzamelaar Bert Wentzel, jokebertwentzel@gamal.com, die dit historische etiket uit zijn collectie selecteerde.
Disclaimer. Alle afgebeelde foto’s op deze website in dit maandmagazine zijn afkomstig van de auteur zelf of werden rechtenvrij c.q. met toestemming verkregen van wijnproducenten, wijnorganisaties, wijnhandelaren, promotiebureaus, streek- en landenorganisaties, toeristenbureaus en andere betrokkenen.